Month: oktober 2023

Vakansjie

‘Luna, waar zijn we?’ ‘ Op vakansjie!!’ Antwoord ze enthousiast. Vanuit Lombok hebben we de Ferry naar Bali genomen voor een mini vakantie. Een kleine week wanen we ons tussen de tempels, rijstvelden, surfers en vooral heel veel toeristen.

We beginnen in Ubud, het culturele centrum van Bali. Het is prachtig, we komen ogen tekort en onze hersenen hebben moeite al het moois te verwerken. Gifgroene rijstvelden, de mooist versierde tempels en hemelse watervallen. Maar ook massa’s toeristen waarbij het tegenwoordig alleen nog maar draait om de beste insta foto. Schommelend in een lange jurk over de rijstvelden, een selfie met een aap of uren in de rij voor een (nep) foto bij de hemelse poort. Er is niks puurs meer aan.

Gelukkig hebben we een heerlijke guesthouse net buiten de toeristische kermis. Met een mini zwembadje en een super lieve familie. Wanneer de schemer valt en de volle maan aan de hemel verschijnt vult de straat zich in een lange optocht. Mannen, vrouwen en kinderen gekleed in het wit en geel, brengen de mooiste fruit torens als offer naar de tempel. De stoet begint in stilte en eindigt met slagmuziek. Kippenvel momentje!

Na twee dagen Ubud koersen we naar het surf paradijs Canggu. Maar eerst ‘even’ een paar boodschappen in de grote stad. Voor we het weten staan we muur vast in de verkeerschaos en doen er ruim een uur over om 500m af te leggen. Tegen de middag zijn we op het strand, happen we water en zand, pakken af en toe een golf en peddelen ons vooral moe. Voor Luna is het echt vakansjie, want ook bij dit guesthouse een heerlijke zwembadje.

Na een korte surfsessie vroeg in de ochtend ontvluchten we de (toeristische) drukte en koersen terug naar het noorden. We rijden er eerst strak voorbij, maar dit blijkt toch echt onze overnachtingsplek voor komende nacht. Wat ongemakkelijk rijden we door een sjieke poort over een strak grindpad naar binnen. Een bewaker verwelkomt ons vriendelijk. We checken in en worden naar onze kamer gebracht, steriel wit. Handdoekjes gevouwen, slippertjes op de grond en zeepjes in de douche.

De zwembandjes gaan aan en de rest van de middag plonzen we in het water, genietend van het uitzicht. We ontmoeten een hele gezellige familie, die met twee kids de tropen jaren ontvluchten middels drie maanden Indonesië. Luna geniet, eindelijk weer (Nederlandse) kinderen om mee te spelen. Samen ontvluchten we deze sjieke bedoeling en duiken de avondmarkt in. De kids vallen met hun neus in de boter, er is een ‘kermis’! En wij met onze neus in het varken van de nasi guleng.

Na een allersjieks zondags ontbijtje koersen we terug richting Padang bai. We rijden een prachtige route door de omgeving van Sidemen, bezoeken de hoogste tempel en een heerlijke waterval. Morgen met de speedboot terug naar de Vagebond. Het einde van een heerlijke vakansjie.

Moyo

Luna slingert in de hangmat, op de achtergrond klinkt de vertrouwde podcast van Zappie. Drie, twee, één we laten ons achterover vallen en blub, blub,blub… dalen langzaam af naar een meter of 20.

Chillen in de hangmat terwijl papa en mama duiken

De laatste dagen op Komodo repareren we de Furlex. RVS bolletjes vliegen in de rondte. Na een dagje prutsen, puzzelen en priegelen zit de Furlex weer in elkaar en de Genua rolt weer in en uit als een zonnetje.

Een dag later varen we, in gevecht met de stroming, verder westwaarts. Uiteindelijk komen we, na een heerlijke dag en nacht zeilen de volgende ochtend vroeg aan bij Pulau Satonda. We maken een korte pitstop, strekken de benen met een wandeling naar het kratermeer en varen vervolgens verder naar Moyo Island. We vinden een perfecte anker spot recht voor het dorpje. We roeien naar de kant op zoek naar een lekker avondmaal. Het halve dorp loopt uit wanneer ze Luna zien en iedereen wil haar even aanraken. Zo dapper hoe ze hier mee omgaat. Helaas is de lokale Warung uitverkocht en eindigen we bij een gezellig duik resort. Voor we het weten zitten we heerlijk te smikkelen en hebben we een duik geboekt voor de volgende dag.

Terwijl wij naar beneden afdalen wacht Luna bij de crew aan boord. Ze wordt overladen met aandacht en koekjes. Wij genieten om, na ruim drie jaar, weer samen te duiken.

Een paar dagen genieten we van het heldere water, het locale en kneuterige dorpje waar iedereen op straat leeft en de luxe van het duik resort met lekker eten en een zwembadje. Dit voelt als vakantie!

Vakantie!

We sluiten af met een wandeling naar de watervallen. En ow wat zijn ze prachtig! Vanuit de dorre droogte lopen we ineens een stukje regenwoud in. Verscholen ligt daar een pareltje. Kalkstenen stalactieten vormen indrukwekkende terrassen waar het verfrissende water langs naar beneden loopt.

Op de weg terug halen we een heerlijke lunch bij de Warung. Fantastisch lekker maar goed pittig!! Tijd om verder te varen. En vergezeld door een groep dolfijnen zetten we koers naar Lombok.

Dragons en Mantas

Met geknepen billen zit ik in de dingy, Hans vaart nog wat dichter naar het strand. Ik wil 10 meter terug. 3 enorme hagedissen kijken ons nieuwsgierig aan. We zijn bij de eilandengroep Komodo met de aller bekendste Komodo Dragons. Met een lengte van 2-3 meter, een snelheid van 20km/h en een giftige beet verdwijnt Luna zo als voorgerecht achter hun kiezen. Ze zijn lelijk en lui maar intens mooi om naar te kijken.

Behalve de dragons is deze eilandengroep een en al schoonheid. Het contrast van de dorre, droge ruige eilanden en de intens blauwe oceaan is prachtig. De stroming duwt de Vagebond soms met 10 knopen snelheid tussen de eilanden door, alsof we in een wild water baan zitten.

We ankeren in prachtige baaitjes en zijn meer in het water te vinden dan op de Vagebond. Vroeg in de ochtend of tegen het einde van de dag wandelen we zwetend de kale heuvels over. De draagzak sjouwen we voor niks mee, ook Luna klautert behendig op eigen benen naar alle toppen. Rood, bezweet en overhit genieten we van de mooie uitzichten.

Op eigen benen naar de top!
En naar beneden…

Ook ankeren we in een mini atol en vanaf daar is het 5 minuutjes varen met de dingy naar dé manta spot. In de verte zien we al een groepje snorkels spetteren. Onhandig verplaatsen ze zich spartelend door het water. Ook Hans duikt erin en speurt de diepte in. En ja hoor daar zijn ze! Vijf enorme manta’s zweven sierlijk door het water. Een paar seconden hebben we ze voor ons zelf voordat de hele meute ze ontdekt heeft. We duiken nog een paar keer naar beneden en ook Luna waagt een blik onder water. Magisch!!

Kupang

Terwijl Hans achterop de scooter bij Mathew springt om de laatste inklaring papieren te regelen zetten Luna en ik, na ruim een dag wachten, voet aan wal. Toeterende auto’s en scooters razen voorbij. Luna pakt mijn hand en houdt deze stevig vast. Onze missie is geld pinnen en al snel hebben we een atm gevonden. Terwijl ik zwetend in een glazen hokje miljoenen uit de muur trek gaat ineens de deur open, een lachende meneer tilt luna op en weg zijn ze. Ik hoor de automaat ratelen, sta met één voet buiten en vang een glimp op van de deur waar ze mee naar binnen wordt genomen. Snel gris ik de tientallen briefjes uit de muur en haast me naar buiten. De deur zwaait open, een wat beduusd kijkende Luna omringt door vijf lachende gezichten. Ze wilde even op de foto.

Kupang is druk, chaotisch en warm. Het inklaring in Indonesië net zo, daarom hebben we een agent geregeld om ons te helpen. Mathew, aller vriendelijkst en behulpzaam. Kapitein Hans scheurt met hem mee van immigratie naar customs en quarantaine en omgekeerd komen ze één voor één een kijkje nemen op de Vagebond. Luna en ik wachten ongeduldig af. Na twee dagen zijn alle formaliteiten afgerond, hebben we weer verse groente en fruit, heerlijke rendang voor een prikkie en staat Luna met de halve stad op de foto.

Met een huilende Luna zetten we koers naar Komodo, ‘ik wil niet zeilen, ik wil in Indonesië blijven’. Met 35 knopen wind worden we uit de ankerbaai gespuugd. Daarna zijn het weer twee heerlijke comfortabele dagen zeilen. Vlak water, net genoeg wind voor de gennaker een een behoorlijke stroom mee in de goeie richting. Tot de laatste nacht, we laten de gennaker staan. Het is stabiel weer en zo glijden we heerlijk de nacht door. Dan een schreeuw van Hans vanuit de kuip. Ik vlieg mijn bed uit. Hans staat achter het roer en het komt met bakken uit de hemel. De wind blijft uit, maximaal 8 knopen. We overleggen, twijfelen, wat zullen we doen..veel te lang.. ineens is daar een vlaag, een windstoot! Hans stuurt de vagebond, ik gooi de loefschoot los en snel naar het voordek. Ondertussen liggen we plat. Eenmaal bij de mast hangen er nog wat flarden doek, er is niks meer van de gennaker over. Verslagen staan we op het voordek, het is windstil. Wat een sukkels, stelletje amateurs, super kneuzen. Een behoorlijke deuk in ons ego.

De laatste levens uren van onze geliefde gennaker

Dan horen we een zielig huiltje, ‘Luna!’ Binnen is de ravage enorm. Alles wat aan stuurboord lag ligt nu aan bakboord. Luna vinden we bedolven onder de grabbag, kitespullen en het surfboard. We beginnen met opruimen, starten de motor en varen beduusd de nacht uit.